Een wild roofdier, omringd door mystiek en mythes en met een geduchte reputatie in zowel domheid als wijsheid die tot ver in de tijd terug gaat, dat is een uil. Beter kunnen wij het eigenlijk niet verwoorden. Want ook al is de uil met de hand en in een beheerde omgeving opgevoed het blijft een wild dier. En zo moet men er ook mee omgaan. Uilen zijn nu eenmaal geen huisdieren. Ze kunnen, met heel veel geduld en aandacht, wel wat zeeg (tam) gemaakt worden. Sociale imprint, het handmatig opvoeden vanaf het moment dat het uiltje uit het ei komt, helpt daar wel bij. De uil gaat u dan als soortgenoot beschouwen. Maar pas op..... het is en blijft een roofdier.

Een uilenkoppel bestaat uit de Tarsel (het mannetje) en het Wijf (het vrouwtje).

Wat zou u met een uil willen gaan doen?
U zou ermee kunnen gaan vliegen, showen of kweken, of ze zo maar houden en verzorgen als hobby.

Waar brengt u de uil onder?
Het is niet aan te raden een uil in een kooi in de huiskamer te houden. U hebt een buiten-volière nodig waar ook de mogelijkheid is om droog en beschut te zitten. Als er met de uilen gekweekt gaat worden moet er ook een broedblok aanwezig zijn waarin de eieren gelegd kunnen worden.

Hoe groot moet zo'n volière zijn?
Als uitgangspunt is een breedte van 2x de spanwijdte van de uil, een lengte van 4x de spanwijdte van de uil en een hoogte van 2 á 3 meter een verantwoorde afmeting.